Terug van Kangaroo Island

Nadat we vrijdag eindelijk onze spullen die met een vrachtvliegtuig gekomen waren mochten ophalen (daar gingen intensieve controles door de douane en quarantaine aan vooraf), was het zaterdag tijd om op pad te gaan naar Kangaroo Island. Esther was hier 7 jaar geleden met Mark al geweest en Klaas wilde dit eiland ook graag bekijken.
‘s Ochtends was het racen om op tijd bij de boot aan te komen, gelijk even de auto kunnen testen, hij is geslaagd.
De eerste nachten kampeerden we op een camping met koala’s in de bomen rondom de tenten. Heel bijzonder om vanuit de tent een koala te kunnen zien. Bij de camping was ook een wandelpaadje met kangeroes, wallabies, zwarte zwanen en lepelaars.
De volgende dag hebben we de Remarkable Rocks (zie foto’s) bekeken en zijn we naar een plaats geweest waar we zeehonden konden bekijken. Verder wat gewandeld, maar dat viel een beetje tegen omdat afgelopen zomer het halve bos afgebrand is.
Op de camping stonden andere Nederlanders bij wie we uitgenodigd werden voor een glas wijn, zij vertelden ons dat Seal Bay ook erg de moeite waard is.
Seal Bay is een strand waar zeeleeuwen liggen en waar je ze van heel dicht bij kunt bekijken. Het leukste waren de jongen die aan het golfsurfen waren.
Verder nog de Little Sahara bezocht, een wandeltocht van 18 km gelopen en een paar hele mooie strandjes gezien.
Gisteren zijn we terug gereden door de Adelaide Hills om daar de eventuele woonmogelijkheden te verkennen, twee dorpen waren erg leuk en houden we voorlopig in gedachten. Nu staan we weer op onze vertrouwde camping, waar het halve caravanpark is afghuurd door een groep, gelukkig kon er voor ons nog een plekje gecreeerd worden. Maandag reizen we weer verder.

Ps. Om op de vragen van Frank terug te komen de benzine is hier inderdaad een stuk goedkoper dan in Nederland omgerekend 88 eurocent, de auto loopt 1 op 9, dat valt ons nog mee. Het hardlopen schiet er inderdaad nog een beetje bij in, dit weekend maar eens een frisse start maken.